Aanvullende informatie bij weekbericht

Oversterfte door Covid19 per week

Oversterfte volgens CBS 2020 t/m 2023

Elke week publiceert het CBS de totale sterfte in alle weken vanaf 1995 tot het lopende jaar t/m 2 weken geleden. AlleBurgers gebruikt die cijfers in zijn berekeningen en grafieken. Het zijn voorlopige sterftecijfers, want tot weken, soms zelfs maanden later worden die cijfers nog gecorrigeerd, meestal verhoogd. Het totale aantal toegevoegde doden in eerdere weken van het lopende jaar wordt telkens opgegeven als het aantal nameldingen.

In de coronaperiode 2020-2023 publiceerde het CBS elke 4 weken meer uitgebreide gegevens over de sterfte, zoals uitsplitsing naar leeftijdscategorieën, geslacht, gemeente, provincie. Bovendien werd daar een tabel toegevoegd met het verwachte aantal sterfgevallen per week in 2020-2023. Hiermee konden de actuele weeksterftes gedurende de pandemie gemonitord worden.

De verwachte aantallen sterfgevallen per week werden bepaald op basis van de sterfgevallen in 2015-2019 in die week, waarbij ook nog gemiddeld werd over 7 omliggende weken. Er werd daarbij ook een bandbreedte bepaald o.b.v. de schommelingen in sterfte in de 5 basisjaren.

Door de actuele weeksterfte in 2020-2023 te vergelijken met de verwachte sterfte werd de oversterfte per week bepaald. Elk kwartaal publiceerde het CBS een overzicht (over-)sterfte t/m afgelopen kwartaal, met een grafiek als hieronder. Echter, de meeste weken met oversterfte werden “weggewerkt” door te stellen dat deze extra sterfte binnen de bandbreedte van normale schommelingen viel (95%-interval). Binnen de bandbreedte, maar toevallig wel steeds flink in de plus.

Hoewel deze oversterftegrafiek sinds het begin van de pandemie in 2020 al verontrustend genoeg is met drieënhalf jaar achtereen lange periodes van hoge oversterfte (tot tientallen procenten!), is deze voorstelling nog ernstig geflatteerd:

  • De lichtblauwe lijn van het verwachte aantal overledenen in 2020-2023 is geschat op basis van de weeksterfte over 2015-2019, rekening houdend met demografische gegevens (bv leeftijdsverdeling). Hoge sterfte door Covid vanaf 2020, met name onder ouderen en kwetsbaren, heeft de demografische opbouw echter grondig verstoord, zodat je in latere jaren juist veel lagere sterfte verwacht. De oversterfte in latere jaren is dus eigenlijk veel hoger dan aangegeven. Hans Lugtigheid noemt dit het waterbedeffect en laat zien dat dit tot onderrapportage leidt van oversterfte door CBS.
  • In de sterftecijfers 2015-2019 zitten ook pieken door griep- en RSV-epidemieën (2018!). Door die in de basislijn op te nemen wordt dat gerekend tot de “normale” sterfte. Door de corona-maatregelen was er in 2020 & 2021 geen griep en RSV, wat aantoont dat sterfte aan deze ziektes niet noodzakelijk is, en dat de geregistreerde oversterfte dus hoger is dan gesteld.
  • Het CBS spreekt alleen van oversterfte of ondersterfte als de weeksterfte buiten de lichtblauwe onzekerheidsmarge (95%-interval) ligt. Dit is niet correct, zeker niet als de oversterfte zich over meerdere weken uitstrekt. Zeker bij het bepalen van de cumulatieve oversterfte sinds het begin van de pandemie dient men beslist de oversterfte t.o.v. de basislijn te nemen.
Oversterfte volgens RIVM vanaf 2024

De schattingen van de oversterfte per week door het CBS zijn eind 2023 definitief gestopt. Het CBS had namelijk in 2020 de verwachte sterfte per week al gepubliceerd voor de jaren 2020, 2021, 2022 en 2023. Daartoe hadden zij de gemiddelde weeksterfte over 2015-2019 gecorrigeerd o.b.v. de leeftijdsopbouw destijds en geprognosticeerd als de verwachte weeksterfte als er geen coronapandemie zou zijn geweest. Het CBS zet deze prognoses echter niet voort in 2024, maar heeft deze taak overgedragen aan het RIVM.

Het RIVM heeft eind 2023 nieuwe verwachte weeksterftes bepaald, zelfs met terugwerkende kracht vanaf 28-6-2021. Feitelijk alleen een verwachte ondergrens en bovengrens, de beruchte “blauwe band”) tot 3 jaar daarna, dus tot 24-6-2024. Zo komen ze dus, in de grafiek t/m week 2024 week 2 hieronder, tot herinterpretatie van oversterfte. Daarbij blijkt de oversterfte in 2023 ineens vrijwel verdwenen.

Weeksterfte volgens het CBS t.o.v. de nieuwe verwachte weeksterftes volgens RIVM 2023, de blauwe band, over de periode juli 2021 t/m juni 2024

In de grafiek hieronder worden beide prognoses, van CBS 2020 en RIVM 2023 vergeleken, over het gemeenschappelijke tijdinterval van 2021 week 26 t/m 2023 week 52. De oranje lijn van het RIVM is hier het gemiddelde van onder- en bovengrens van de blauwe band (zelf geeft het RIVM dit gemiddelde niet).

Verwachte weeksterfte volgens CBS 2020 (blauw) vergeleken met RIVM 2023 (oranje) over het gemeenschappelijke tijdsinterval 2021 week 26 t/m 2023 week 52

De verwachte weeksterftes van CBS en RIVM beginnen medio 2021 op gelijke hoogte, hebben beide een golvend verloop met pieken in de winter. De lijn van het RIVM heeft echter een sterker stijgende trend en ligt in het grootste deel van 2023 al 200-300 overlijdens hoger. Dit wordt veroorzaakt doordat het RIVM zijn verwachtingen voor juli 2021 t/m juni 2022 baseert op de sterftecijfers van de voorgaande 5 jaar (juli 2016 t/m juni 2021), dus inclusief een coronajaar. Weliswaar zijn daaruit de hoogste 25% aan pieken weggelaten, maar uit onderstaand verloop van de oversterfte volgens CBS blijkt dat er tijdens de pandemie vrijwel continu oversterfte was. Deze continu verhoogde sterfte is naar alle waarschijnlijkheid te wijten aan ondermijning van de gezondheid door Long Covid plus plotseling overlijden door beschadiging van vitale organen.

Weglaten van uitsluitend de 25% hoogste pieken is dus volstrekt onvoldoende. De verhoogde sterfte het hele jaar door komt onvermijdelijk terug in de verwachte sterfte het jaar erna.

De seizoenschommelingen in de RIVM verwachte sterfte zijn meer afgevlakt, dat komt door het forceren van een sinusgolf in de regressie. Het CBS-verloop is duidelijk niet sinusvormig, met spitse toppen en vlakke dalen. De manier van rekenen van zomer tot zomer leidt ook tot de vreemde knikken eind juni.

Deze abjecte normalisatie van coronadoden is al langer toegepast in bijvoorbeeld de VS en het VK. Het RIVM volgt nu dus in hun voetsporen, en vergroot de bezwaren tegen CBS-oversterftes die we al hadden nog verder. In onderstaande grafiek staat het verloop van de weekoversterfte vanaf begin 2020 tot heden voor beide methodes vergeleken: vanaf juli 2021 wijken de beide lijnen steeds meer af. De verwachting is dat de RIVM-methode in 2024 en daarna steeds verder zal ontsporen.

Verloop van de weekoversterfte volgens CBS (blauw) en RIVM (oranje) van januari 2020 t/m december 2023

Ook de cumulatieve oversterfte hebben we herberekend met de nieuwe RIVM-“verwachtingen”, zie hieronder. In 2023 week 52 blijkt het RIVM de cumulatieve oversterfte in de pandemie van 57751 à la CBS te hebben gereduceerd tot 44209. Het RIVM heeft hiermee in één klap ruim 13.500 Covid-gerelateerde sterfgevallen onder het tapijt geveegd! Bij voortzetting van deze methode voortzetten zal de komende jaren alle oversterfte door Covid, maar ook door alle volgende pandemieën en zelfs door klimaatsterfte vrijwel verdwijnen. Een knap staaltje statistische manipulatie!

Cumulatieve oversterfte vanaf het begin van de pandemie volgens CBS (verwachtingen 2020, blauw) resp. volgens RIVM (methode december 2023, oranje)
Oversterfte volgens HMD t.o.v. gemiddelde 2010-2019

De Human Mortality Database bepaalt standaard de extra sterfte in elke week t.o.v. de gemiddelde sterfte in diezelfde week in de jaren 2010-2019. Deze methode ondervangt het eerste en derde bezwaar van de CBS-methode (zie oversterftegrafiek). De oversterfte volgens HMD t.o.v. gemiddelde 2010-2019 komt dan ook beduidend hoger uit dan de oversterfte volgens CBS.

Deze methode geeft volgens AlleBurgers de absolute ondergrens voor het aantal corona-gerelateerde doden in Nederland sinds het begin van de pandemie.

Wel is het zo dat de bevolking in Nederland nog steeds groeit met ca. 1% per jaar. We kunnen de verwachte sterfte niet blijven baseren op de sterfte in 2010-2019, dat zal steeds verder afwijken van de realiteit. Daarom hebben we het gemiddelde weeksterftecijfer over 2010-2019 gecorrigeerd met een factor die de bevolkingsgroei t.o.v. januari 2020 meeneemt, dus (# mensen in jan. 2024) / (# mensen in jan. 2020). Dat doen we ook met terugwerkende kracht voor 2023, 2022, 2021 en 2020, met de factoren in onderstaande tabel:

Jaar# mensen januaricorrectiefactor
2020174075851
2021174754151,003896577
2022175906721,010517657
2023178112911,023191385
2024179880531,033345694

De oversterftes in grafieken van 2022 en 2023 worden daarmee wat verlaagd, en ook de cumulatieve oversterfte voor de hele pandemie komt wat lager uit.

Oversterfte volgens HMD t.o.v. Laagste kwartiel van 2010-2019

Door niet het gemiddelde van de sterfte in 2010-2019 te nemen, maar het laagste kwartiel (zeg maar: het laagste kwart van spreiding in sterfte in die week over 2010-2019), wordt ook het tweede bezwaar tegen de CBS-methode ondervangen: uitschieters naar boven in die jaren (door griep, RSV, hitte, kou) worden dan niet meer meegeteld. Bovendien heeft LowCovid Kano in 2020 en 2021 d.m.v. regressie gevalideerd dat deze methode de meest nauwkeurige weergave geeft van het aantal corona-gerelateerde doden.

Ook bij de bepaling van de weekoversterfte met het Laagste kwartiel corrigeren we sinds januari 2024 de verwachte weeksterftes vanaf 2020 met de correctiefactoren voor de bevolkingsgroei. Hieronder staat het verloop van de oversterfte van begin 2020 tot heden volgens de 3 rekenmethodes in één grafiek bij elkaar, t/m week 1 van 2024.

Het verloop van het cumulatieve aantal doden volgens CBS, gemiddelde 2010-2019 en LQI 2010-2019 t/m 2024 week 1 is dan:

Dat Nederland er in ongunstige zin uitspringt qua reactie op de pandemie komt naar voren in veel internationaal onderzoek e.a. bronnen (Lancet Covid Commission, Eurostat, Human Mortality Database). Immers de beste maat voor succes of falen m.b.t. het pandemiebeleid is de oversterfte vergeleken met en zonder pandemie. Ook over de drijfveren achter dit abominabele NL-beleid heeft AlleBurgers uitgebreid gerapporteerd (Commentaar op OMT advies en Verdieping).

Weekbericht van LowCovid Kano

Het statusbericht van LowCovid Kano wordt wekelijks gepubliceerd op X (voorheen twitter), met de weekcijfers over geschatte Covid19 gerelateerde sterfte en de mortaliteit (IFR), vergelijkingen tussen enkele rekenmethodes en een analyse van de sterfte per leeftijdcategorie. Deze wordt elke week als downloadable pdf opgenomen in ons weekbericht. Hieronder als voorbeeld de pdf van weekbericht 45 van Kano. Sinds 2024 verschijnen de statusberichten van Kano minder regelmatig. Hij is nog bezig te onderzoeken hoe hij deze het best kan voortzetten nu de beschikbaarheid van data veranderd en verminderd is.

Virusdeeltjes in rioolwater

Oversterfte is de ultieme indicator voor de reactie van een land op de pandemie. Deze indicator loopt wat achter en analyseert altijd achteraf, maar de kwaliteit van de data in samenhang met een correcte analyse is uitstekend. In Nederland worden de uitkomsten echter (bewust) vertroebeld door statistische trucs en discussies over “door Covid”, “met Covid”, “door vaccins” en “ondercapaciteit van de zorg”. Intussen is allang duidelijk dat Covid en Long Covid (chronische) systeemziekten zijn met meer dan 200 manifestaties.

Om zicht te krijgen op de te verwachten impact en ontwikkeling van de pandemie in de nabije toekomst zijn universele, massale testen noodzakelijk. Die zijn echter in Nederland radicaal afgeschaft. Bij afwezigheid van testen is de enig overgebleven monitor van de voortdurende verspreiding van Covid19 het aantal gemeten SARS2 virusdeeltjes (x 1011) per dag per 100.000 inwoners in rioolwater in alle Nederlandse afvalwaterstations. Dit geeft de beste indicatie van:

  • # besmette personen per dag: # gevallen = rioolwaarde x 36 (zie Datagraver), bv. op 6-3-2023: 2300 x 36 = ~82.800 nieuwe besmettingen (op die éne dag!)
  • # verwachte nieuwe Long Covid-patiënten, op termijn: 30% van # gevallen, dus bv. op 6-3-2023: 25.000 nieuwe LC patiënten.

De data over de rioolwatermetingen worden op weekdagen gepubliceerd op de Covid19 dataset van het RIVM. Bij AlleBurgers gebruiken we meestal de kant en klare grafieken van Corona Lokaal, overgenomen met toestemming van Kalahiri, waarin het verloop van de gemeten SARS-CoV-2 virusdeeltjes in rioolwater weergegeven van 7 september 2020 t/m de voorgaande week. Het voordeel van de publicaties van Kalahiri is dat diens grafieken zorgvuldig zijn geïnterpoleerd over de onregelmatig aangeleverde gegevens van de afvalwaterstations, en dat er correct gewogen is met het aantal inwoners in het gebied van elk afvalwaterstation of provincie.

Dit leidt tot grafieken als de onderstaande.

Landelijk gemiddeld aantal virusdeeltjes x 100 miljard per 100.000 inwoners per dag, van 7 september 2020 t/m 23 oktober 2023, volgens Corona Lokaal.

Een andere kijk op de verspreiding van besmettingen biedt de kaart met rioolwaterwaarden per provincie, waarbij de afvalwaterstations met kleine cirkels aangegeven (kunnen) worden. Hieronder is een voorbeeld van zo’n kaart van week 45 in 2023 opgenomen.

De lokale verschillen tussen afvalwaterstations zijn erg groot, zelfs tussen aangrenzende gebieden.

Virusdeeltjes niveau in rioolwater per provincie (kleuren geel 400-800, oranje 800-1300 en oranje-rood 1300-1800) en per afvalwaterstation

Infectieradar

Het percentage mensen met Covid-gerelateerde klachten, o.b.v. meldingen door een groep vrijwilligers aan het RIVM geeft op elk moment een indicatie van het besmettingsrisico. Deze percentages worden eveneens elke week in de Covid19 dataset van het RIVM gepubliceerd.

Op 18 november bijvoorbeeld was het 7-daags gemiddelde 8,09%, een hoog niveau als je het vergelijkt met de absolute toppen van 12-14% eind 2022, zie de grafiek hieronder.

Percentage van de NL bevolking met een acute luchtweginfectie (7-daags gemiddelde) van 4-11-2020 tot 18-11-2023, o.b.v. meldingen aan RIVM

Het RIVM blijkt inmiddels wel een andere definitie voor besmetting te hanteren dan in de eerste jaren. Vanaf november 2023 gaat het om alle acute luchtweginfecties, met klachten als hoesten – kortademigheid – neusverkouden/loopneus – keelpijn. Overigens zijn dit óók allemaal mogelijke klachten bij Covid, maar kennelijk heeft het RIVM vroeger een deel van de melders laten afvallen waarvan ze wisten (?) dat het geen covid was. Ze hebben zelfs met terugwerkende kracht alle percentages vanaf het begin op 4-11-2020 aan de nieuwe definitie aangepast. Het databestand met de Covid-gerelateerde klachten wordt niet meer bijgewerkt, vanaf november is er dus het AIR-databestand (Acute Infections Respiratory disease). De omschakeling hangt mogelijk samen met het (onjuiste) nieuwe RIVM uitgangspunt dat Covid “gewoon één van de vele respiratoire virussen” is.

Ziekenhuisopnames

Het aantal gemelde Covid19-ziekenhuisopnames per dag geeft een indicatie van het aantal ernstig zieke patiënten met acute Covid19 op die dag. De ziekenhuisopnames worden dagelijks bijgewerkt in de dataset van het LCPS (Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding). In het weekbericht van AlleBurgers gebruiken we meestal de grafiek van corona-lokaal, zie het voorbeeld hieronder.

Verloop van nieuwe ziekenhuisopnames (rode lijn 7-daags gemiddelde) van 14-3-2020 t/m 24-11-2023, volgens LCPS, gerepresenteerd door Corona Lokaal

Ziekenhuisbezetting

De ziekenhuis- en IC-bezetting staat eveneens in de dataset van het LCPS (Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding). Verloop sinds 1 september:

Datumzh-bezettingIC-bezetting
1 september1275
8 september1816
15 september25118
22 september25112
29 september26114
6 oktober30615
13 oktober3329
20 oktober35116
27 oktober48219
3 november54831
10 november59128
17 november58930
24 november59829

Het aantal coronapatiënten in ziekenhuis + IC is eigenlijk alleen een maat voor de overheid voor het eigen abjecte en desastreus uitgepakte beleid van groepsimmuniteit met sturing op de bezetting van de capaciteit in vooral de IC’s: zolang de IC’s niet vol liggen mag het virus zich ongeremd verspreiden. Dit is niet alleen de inschatting van AlleBurgers, het is de harde conclusie van het 3e rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid over het coronabeleid tot september 2022. Dat was dus de belangrijkste indicator waarop RIVM en OMT hun adviezen voor beleid baseerden, en de enige reden waarom maatregelen steeds te laat ingingen, te vroeg opgeheven werden en nu totaal afwezig zijn.

Helaas mist het OVV3 rapport volledig dat de pandemie nog steeds onverminderd doorraast en dat ook het Nederlandse beleid m.b.t. Covid19 nog ongewijzigd is: al een jaar lang is de IC niet overbelast geweest, dus zijn geen maatregelen meer nodig. Begrijpt u?

Onderstaand overzicht van de coronapatiënten in ziekenhuis & IC in de afgelopen 3 jaar is gemaakt o.b.v. gegevens van het LCPS. De aantallen patiënten zijn inclusief ontlabelde patiënten, die niet meer besmettelijk zijn en daarom niet meer afgezonderd liggen.

Dagelijkse ziekenhuis- (blauw) en IC-bezetting (oranje), exclusief verpleeghuizen en thuisverpleging, o.b.v. data LCPS, vanaf 1-1-2021 t/m 24-11-2023

Variants of Concern (VOC)

De relatieve voorkomens van relevante VOC’s (kiemsurveillance gegevens in de dataset van het RIVM) geven een indicatie welke nieuwe bedreigingen te verwachten zijn. Sinds een paar maanden geeft het RIVM weer wekelijkse updates, waarbij telkens één of twee weken worden toegevoegd en de waarden van eerdere weken worden aangepast. Soms zijn er te weinig samples geanalyseerd in de laatste week. Dan is het niet zinvol om de gevonden percentages van die week in de grafiek op te nemen.

Interpretatie van de gegevens in de tabel van het RIVM is niet eenvoudig, omdat de gegevens van bepaalde varianten naast hun subvariant(en) in de tabel voorkomen, zodat het totaal boven de 100% uitkomt.

Voorbeeld van een grafiek met gestapelde kleurvlakken, met commentaar van 17 november:

In het overzicht hieronder is de ontwikkeling van de diverse varianten schematisch weergegeven. De belangrijke variant XBB.1.5 (“Kraken”), verantwoordelijk voor de heftige carnavalsgolf, is nu bijna uitgestorven en heeft plaats gemaakt voor XBB.1.9 & subvariant EG.5 (“Eris”). Deze laatste is nu dominant, maar wel kennelijk op zijn retour. De rol van XBB.1.16 (“Arcturus”) die iets eerder opkwam dan EG.5, is nog niet helemaal uitgespeeld. De bekende nieuwe variant BA.2.86 (“Pirola”) met veel mutaties, dus sterk immuunontwijkend, is in opmars in veel Europese landen. Inmiddels gaat het aandeel ook in Nederland richting de 25%. Naar verwachting wordt deze variant, en dan met name subvariant JN.1, in december dominant hier.

Grafiek met het percentage van de belangrijkste Variants of Interest in de samples van het RIVM, in de weken van 6-3-2023 t/m 13-11-2023 (week 10 t/m 46). Het oranje vlak is EG.5, geel is XBB.1.16 en donkerblauw is de uitstervende variant XBB.1.5 (waartegen sinds oktober gevaccineerd wordt). Bovenaan komt in donkergrijs BA.2.86 opzetten.