Lessen uit Long Covid

Dit is een weergave van een belangrijke verklaring van Yaneer Bar-Yam van het World Health Network over de lessen die we moeten trekken uit wat we nu weten over Long Covid, met name hoe we Long Covid kunnen voorkómen. De verklaring is afgelegd na afloop van een WHN symposium over Long Covid, en ook terug te vinden in een Twitter draad (in het Engels), en hieronder vertaald en bewerkt door @PeterSpitters voor @AlleBurgers.

Misverstanden over Long Covid

  • Vraag 1: Zit Long Covid tussen de oren? Is het psychosomatisch zoals veel medici denken?
    Antwoord: Nee! Long Covid geeft echte fysieke schade, die met de juiste gespecialiseerde tests meestal objectief vast te stellen is.
  • Vraag 2: Is Long Covid zeldzaam?
    Antwoord: Zeker niet! Het treft volgens recente onderzoeken wel 25% van de mensen die besmet worden met Covid-19, zelfs degenen die bij de acute besmetting weinig of geen symptomen hebben. Het leidt tot orgaanschade en verhoogt het risico op acute incidenten als hartaanvallen en beroertes aanzienlijk, evenals geheugenverlies en voortijdige dementie.
  • Vraag 3: Gaat het dan misschien weg na verloop van tijd?
    Antwoord: Nee, helaas niet, het kan jaren aanhouden. Sommigen worden beter, maar de meesten worden nooit meer helemaal de oude.
  • Vraag 4: Voorkomt of stopt vaccinatie Long Covid?
    Antwoord: Jammer genoeg niet. Vaccinatie vermindert de effecten enigszins, maar het is geen oplossing.
  • Vraag 5: Geeft een eerder doorgemaakte Covid-19 besmetting bescherming of immuniteit tegen Long Covid?
    Antwoord: Nee. Herhaalde infecties zijn vergelijkbaar, zo niet erger dan de eerste. Bij elke volgende besmetting is er opnieuw (grotere) kans op langdurige Covid-symptomen en acute incidenten, die gepaard gaan met orgaanschade.
  • Vraag 6: Zijn er dan medicijnen, behandelingen of therapieën voor Long Covid?
    Antwoord: Vooralsnog niet, net zomin als er effectieve therapieën bestaan voor vergelijkbare langdurige ziektes zoals ME (Chronisch Vermoeidheids Syndroom, CVS). Er is wel wat te doen om bijvoorbeeld de symptomen te verlichten, maar niet veel. De wetenschap wereldwijd is nog maar net begonnen met substantieel onderzoek, en in Nederland gebeurt dat nauwelijks. Snelle resultaten zijn niet te verwachten.
  • Vraag 7: Hopelijk wordt de economie niet teveel geschaad?
    Antwoord: Helaas wel! Toenemende handicaps van Long Covid-patiënten, arbeidsongeschikten, vermindering van cognitieve vermogens, met name bij professionals en specialisten, zijn allemaal schadelijk en hebben effecten op de arbeidsmarkt en toeleveringsketens.
  • Vraag 8: OK, dus Long Covid is een stille ramp. Wat kunnen we doen?
    Antwoord: Het belangrijkste blijft om te voorkómen dat u besmet raakt! Ook als u al eerder besmet bent geweest, of zelfs als u nu al Long Covid hebt: zorg dat u niet opnieuw besmet wordt. Dit geeft zowel de beste kans om geen (verergerde) Long Covid te krijgen alsook om beter te worden.
  • Vraag 9: Maar de meeste Covidbesmettingen zijn nu toch mild?
    Antwoord: Nee, er bestaat niet zoiets als milde Covid. Alle Covid veroorzaakt schade. Dit kan zowel directe schade voor uzelf zijn als potentiële schade voor anderen die u besmet. Mogelijk merkt u er zelf helemaal niets van tot u, een jaar later, volkomen onverwacht een beroerte krijgt.
    Denk ook aan het uitschakelen of beschadigen van het immuunsysteem, dat u moet beschermen tegen ziekten, kanker en andere schade. De gevolgen van immuundeficiëntie worden tegenwoordig voortdurend genoemd, maar we moeten erkennen dat immuundeficiëntie nu wijdverbreid is onder de bevolking.

Covid voorkomen: 5 preventiepijlers

We hebben de middelen om Covid-19 infecties te voorkomen, via vijf preventiepijlers:

  1. Ventilatie en (HEPA-) luchtzuivering
  2. Mondneusmaskers
  3. Testen
  4. Afstand houden
  5. Vaccinatie

Elke pijler heeft meerdere actieniveaus. Er zijn veel manieren om méér te doen om onszelf en onze dierbaren te beschermen tegen besmetting.

Dit is geen biomedisch issue. Het is een sociale uitdaging voor het implementeren van technologie en het aanpassen van ons gedrag. Daartoe kunnen wij als individuen en als samenleving besluiten.

1. Ventilatie

We kunnen de ventilatie in openbare binnenruimtes verhogen tot 5 à 10 verversingen per uur: de norm voor luchtvervuiling (in de VS), of we kunnen het op een nog hoger niveau brengen om overdracht van virussen te voorkomen. Of een gerichte luchtstroom gebruiken zodat de lucht die we inademen schoon is. Of in alle winkels, kantoren en schoollokalen HEPA-filters neerzetten.

2. Mondneusmaskers

We kunnen in drukbezochte binnenruimtes N95 / FFP2 maskers dragen, of elastomere ademhalingstoestellen, of zelfs zogenaamde PAPR’s gebruiken die de overdracht volledig kunnen stoppen. Het beste is natuurlijk dat iedereen maskers gebruikt, dat maakt het effect multiplicatief.

3. Testen

We kunnen vaker testen, een paar keer per week, of dagelijks. Dat alleen al kan volgens berekeningen van de WHN de transmissie onder controle brengen. Of we kunnen testen vlak voordat we andere mensen gaan ontmoeten. Daarbij zijn PCR- en LAMP-testen veel beter dan antigeentesten (N.B. dan moeten we wel op de koop toe nemen dat we met een positieve test, maar niet meer besmettelijk, toch vaker thuis moeten blijven).

4. Afstand houden

Er zijn ook verschillende niveaus van afstand houden. Inderdaad, strikte lockdowns zijn het hoogste niveau (dat in Nederland overigens nog nooit is toegepast). Maar we kunnen ook zoveel mogelijk fysieke bijeenkomsten en vergaderingen beperken, of ervoor zorgen dat dergelijke bijeenkomsten de best mogelijke ventilatie, maskers en testen hebben. Of met ruime onderlinge afstand buiten gehouden worden.

5. Vaccinatie

Ten slotte worden er nu pas, langzaam maar zeker, echt nieuwe vaccins ontwikkeld. Bijvoorbeeld tegen een ruime(re) groep varianten, of met een langduriger werking, of die een grote(re) mate van steriliserende immuniteit geven (overdracht beperken). Echter, hoe effectief we die samen met andere preventiemaatregelen kunnen gebruiken zal de effectiviteit van alle maatregelen samen beïnvloeden.

Hoe beter we de transmissie kunnen voorkomen, des te minder mutaties er zullen zijn, dus minder nieuwe varianten die de immuniteit ondermijnen die we door het vaccin hebben gekregen. Het succes van vaccins is dus direct gerelateerd aan het beperken van de transmissie zelf.

Conclusie:

We hebben zélf de uiteindelijke keuze om, door preventie, gezondheid te verkiezen boven ziekte, én een bloeiende economie boven een ontspoorde maatschappij!